Mediaknipsels

Semester 1

In 6 basisscholen in Mechelen kunnen anderstalige ouders nu Nederlandse les volgen

In Mechelen wordt een nieuw en veelbelovend initiatief gelanceerd om de integratie van anderstalige ouders in de lokale basisscholen te bevorderen. CVO Crescendo, een instelling voor volwassenenonderwijs uit de regio, gaat namelijk in samenwerking met 6 scholen in de stad Nederlandse lessen aanbieden aan ouders die graag meer betrokken willen worden in de gemeenschap.

 

Het initiatief sprak me natuurlijk enorm aan, zeker nu dat we vanuit Nederlands 5 zelf een aantal taallessen hebben mogen voorbereiden voor leerlingen met een andere thuistaal. Het was namelijk de eerste keer dat ik echt van dichtbij mocht samenwerken met iemand die binnen een onderwijsinstelling de voertaal niet volledig machtig was. Het is dan ook nu pas dat ik echt met mijn neus op de feiten werd gedrukt en zag hoe moeilijk het nu echt is om Nederlands te leren als je de taal niet van thuis uit hebt meegekregen. De taallessen die Crescendo wil aanbieden, zullen dus voor veel ouders een hulp zijn om zich makkelijker te oriënteren binnen de school van hun kind.

 

Zowel de basisscholen als Crescendo zagen de voordelen van het aanbieden van de lessen op de scholen van de kinderen. Het verlaagt namelijk een drempel omdat het voor de ouders toegankelijker en vertrouwder is dan een onafhankelijke school. Ook is het makkelijker om woordenschat te bekijken die de ouders binnen de scholen nodig zullen hebben.

 

Het initiatief zal echter niet alleen de ouders ten goede kunnen komen, maar ook de scholen. Ze hopen namelijk dat de ouder-schoolrelatie in de toekomst versterkt. Doordat de ouders een beter inzicht krijgen in de werking van de school, zal de communicatie waarschijnlijk ook verbeteren. Dit is een gegeven dat me wel aansprak. Ik heb immers al een aantal keren op stagescholen gehoord dat de communicatie met anderstalige ouders niet altijd even vlot verloopt én dat ze soms moeilijk te overtuigen zijn om deel te nemen aan schoolactiviteiten. De lessen Nederlands zouden deze betrokkenheid en communicatie natuurlijk ten goede kunnen komen. Verder kan het ook een ondersteunend effect hebben op de leeromgeving van de leerlingen wanneer hun ouders meer op de hoogte zijn van de gebeurtenissen binnen de schoolomgeving.

 

Een klein puntje dat me wel deed nadenken over de aanpak, is dat de ouders maar één keer per week een lesje lijken te krijgen volgens het artikel en dit over een periode van vier maanden. Dat lijkt heel weinig, maar eigenlijk gaat het volgens mij ook meer over het overkomen van drempels en het samenhorigheidsgevoel dan over het proberen van het immens verbeteren van de taal.

 

Dit initiatief toont aan dat onderwijs niet beperkt is tot klaslokalen; het strekt zich uit naar gemeenschappen en gezinnen. Het bevordert integratie, begrip en samenwerking, waardoor Mechelen een inclusievere en samenhangende samenleving kan opbouwen. Kortom, het is een bewonderenswaardig initiatief dat niet alleen taalvaardigheid bevordert, maar ook bruggen slaat tussen verschillende gemeenschappen. Volgens mij zou onze samenleving alleen maar baat hebben bij meer van dit soort projecten.

 

Nws, V. (2023, 10 oktober). In 6 basisscholen in Mechelen kunnen anderstalige ouders nu Nederlandse les volgen. vrtnws.be. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/10/09/crescendo-cvo-gaat-nederlandse-les-geven-aan-anderstalige-ouders/

Onderwijsinspectie heeft te weinig impact op kwaliteit onderwijs

Uit een recent onderzoek van de universiteit Antwerpen blijkt dat de impact van de onderwijsinspectie op de kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen ondermaats is. Hoewel de nieuwe aanpak, genaamd "Inspectie 2.0", waardevol wordt geacht door het werkveld, lijkt het nog steeds tekort te schieten in het bevorderen van aanzienlijke verbeteringen.

 

Vijf jaar geleden werd een nieuwe manier van inspecteren ingevoerd binnen het onderwijs in Vlaanderen. De focus verschoof van pure controle naar een dialoog met scholen over hun kwaliteitsbeleid. Binnen deze aanpak is er ook ruimte voor feedback van leerlingen en ouders. Op deze manier wil men een breder en evenwichtiger beeld van de school bekomen. Echter blijkt nu dat de aanpak niet tot degelijke verbeteringen leidt.

 

Ook kwam in het onderzoek naar voren dat een te groot aantal van de leerlingen die minimumdoelen niet bereikt. De inspecties lijken dus niet voldoende te motiveren voor noodzakelijke verbeteringen, waardoor de uitdagingen op het gebied van onderwijskwaliteit onopgelost blijven. Dit is ook iets wat ik buiten dit artikel om al vaker aan bod heb horen komen in de media, maar ook tijdens stageperiodes. De leerlingen van nu lijken niet dezelfde resultaten te kunnen behalen als leerlingen van een paar jaar geleden.

 

Een oplossing die het onderzoek aanreikt is meer frequente controles en ook meer opvolging vanuit de inspectie. Maar een van de problemen waardoor de inspectie de scholen niet streng met de neus op de feiten kan drukken, is het lerarentekort. Dit is dan weer een extra probleem dat de onderwijskwaliteit zeker niet ten goede komt.

 

Naast de extra controles, pleit minister Ben Wuyts ook voor de start van de Vlaamse Toetsen. Volgens hem zullen we via deze toetsen in de toekomst kunnen zien welke scholen er ondermaats presteren en dus aangepakt moeten worden. Mij lijkt dit nochtans niet de beste oplossing zolang er niets structureel wordt gedaan aan het lerarentekort en de vele uren les die sommige leerlingen hierdoor noodgedwongen missen. De leerlingen zouden met de lesuren mogelijks beter kunnen gescoord hebben op de toetsen dan dat ze nu zouden doen.

 

Een ander probleem waar de algemene testen volgens mij voor zouden kunnen zorgen, is een verarming van de leerstof. Leraren of scholen zouden geneigd kunnen zijn om bepaalde zaken in hun lessen over te slagen zodat ze meer tijd kunnen spenderen aan de kennis die ze nodig hebben voor de Vlaamse Toetsen. Op die manier zou hun school in een beter daglicht kunnen komen te staan. Dit zou wel betekenen dat leerlingen mogelijks veel uitbreidingen of activerende lesmomenten missen.

 

Kortom, het onderzoek biedt een waardevolle basis voor reflectie en discussie over hoe de onderwijsinspectie haar rol verder kan versterken en hoe het onderwijssysteem als geheel kan evolueren om de kwaliteit te waarborgen en te verbeteren. Een manier bedenken waarop ze dit echter gaan doen, lijkt mij een enorm moeilijke opgave.

 

Nws, V. (2023b, oktober 25). Onderwijsinspectie heeft te weinig impact op kwaliteit onderwijs. vrtnws.be. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/10/25/onderwijsinspectie-heeft-te-weinig-impact-op-kwaliteit-onderwijs/

Leerkrachten uit het secundair vervangen zieke collega's in lagere school in Herentals: "Ik raad het alle collega's aan"

Zoals we steeds vaker merken, is het lerarentekort een groot probleem. Dit hebben ze ook de afgelopen periode in Herentals mogen ondervinden. Door ziekte waren er namelijk meerdere leerkrachten binnen het basisonderwijs afwezig. Campus De Vesten kwam tijdens de examenperiode echter met een creatieve oplossing: leerkrachten uit het secundair onderwijs inzetten. Gedurende de examens hebben ze immers een klein beetje extra tijd om hun collega’s uit de nood te helpen.

 

Zoals de geïnterviewde leerkracht, Wendy Van Ingelghem, uit het artikel al benoemt, kan ik me heel goed inbeelden dat de overschakeling van het secundair onderwijs naar het basisonderwijs een hele aanpassing en voorbereiding vraagt. De manier van lesgeven is dan ook heel anders, maar daarom niet minder interessant. Ikzelf had een aantal jaar geleden bijna gekozen voor de opleiding leerkracht lager onderwijs. Dit is dan ook meteen de rede waarom ik over dit artikel een blogbericht wou schrijven.

 

Of ik het er ook zo goed vanaf zou brengen als mevrouw Van Ingelghem, valt te betwijfelen. Binnen het basisonderwijs moet een leerkracht namelijk van alle markten thuis zijn én ik denk ook dat het net daarom enkel een oplossing kan zijn op korte termijn. De inhoud van sommige vakken zou anders mogelijks te beperkt blijven wanneer een leerkracht niet is opgeleid om het vak daadwerkelijk te geven.

 

Natuurlijk staat het wel buiten kijf dat het een leerrijke ervaring moet zijn geweest voor de betrokken leerkrachten. Ik kan me dan ook goed voorstellen dat het leuk is om te zien wat de leerlingen al leren in het basisonderwijs en wat later in het secundair onderwijs nieuw voor hen zal zijn. Dit staat al wel in de leerplandoelstellingen, maar het echt kunnen meemaken is nog iets helemaal anders. Mevrouw van Ingelghem raadt deze ervaring dan ook aan al haar collega’s aan.

 

Als een kortetermijnoplossing is dit initiatief zeker de moeite waard. Op de lange termijn is het echter een minder goed idee aangezien de inhoud die de leerlingen zullen zien beperkt zal zijn qua diepgang. Maar in mijn ogen is en blijft het een mooi en bewonderingswaardig initiatief van de school en de betrokken leerkrachten.

 

Nws, V. (2023c, december 13). Leerkrachten uit het secundair vervangen zieke collega’s in lagere school in Herentals: “Ik raad het alle collega’s aan”. vrtnws.be. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/12/12/leerkrachten-secundair-springen-bij-om-zieke-collega-s-in-de-lag/